Bijtbeleid bij Jeremina

Bijten

Het bijtende of gebeten kind

Wanneer een kind gebeten wordt of zelf gebeten heeft, roept dat altijd emoties op. Zowel bij de ouders waarvan het kind gebeten is als bij de ouders waarvan het kind gebeten heeft, maar ook bij onze pedagogisch medewerkster. Daarom is het heel belangrijk om hier serieus mee om te gaan. Kinderopvang Jeremina heeft daarom een bijtbeleid ontwikkeld. Hiermee laten wij zien hoe wij omgaan met bijten.

Kinderen kunnen om verschillende redenen gaan bijten.
Een kind kan vanuit een bepaalde leeftijdsfase opeens gaan bijten; dit is dan vaak maar een enkele keer, zonder dat dit een aanwijsbare reden heeft. Je kan zeggen dat het ontwikkelingsfase is welke een kind doormaakt; een soort van impulsief gedrag. Deze vorm is met goede begeleiding, door te laten zien dat het zo niet gaat, vrij snel weer over.

Kinderen kunnen ook gaan bijten uit frustratie, omdat ze bijvoorbeeld verbaal nog niet sterk genoeg zijn om te kunnen verwoorden wat er aan de hand is. Ook bepaalde gebeurtenissen in het leven van een kind kan frustraties geven, bijvoorbeeld als het kind niet om kan gaan met het gevoel dat de gebeurtenis teweegbrengt. Als er bijvoorbeeld iets niet lukt of een kind voelt zich “bedreigd” door een ander kind.

Onze werkwijze

Hoe we hier bij Jeremina mee omgaan

Wanneer wij zien dat een kind bijt, ongeacht welke reden het heeft, nemen wij beide kinderen bij ons. We troosten het gebeten kind en laten aan het kind dat gebeten heeft zien wat er aan de hand is. Dit benaderen we op een rustige manier. Het is belangrijk dat je het op een positieve manier benaderd. Dit doen wij door het kind dat gebeten heeft bij ons te nemen en hem/haar niet af te wijzen. Kijk Pietje heeft verdriet want hij heeft pijn, au, vervolgens vragen we wat er gebeurd is. Vaak kunnen ze het wel al benoemen, bijten wordt er dan gezegd, we vertellen dan ook dat bijten echt niet kan en dat er andere manieren zijn om iets duidelijk te maken enz.. Daarna zal het kind dat gebeten heeft het andere kindje een kusje of aai geven in de zin van een “sorry”. Wij, als leidster, geven beide kinderen een kus of aai over de bol omdat ze het goed hebben opgelost. Wij zijn ervan overtuigd dat dit een manier is waarvan kinderen veel leren.

Als bijtgedrag zich blijft voordoen moet er gekeken worden wat de eventuele achterliggende frustratie kan zijn, zodat we dat kunnen proberen te verhelpen. Wat hierin belangrijk is, is dat de pedagogisch medewerker te allen tijde verantwoordelijk blijft. Als pedagogisch medewerker moet je het gedrag kunnen inschatten, wanneer wil een kind gaan bijten. Zeker in een verticale groep omdat je daar met verschillende leeftijden werkt. Het is dan ook belangrijk dat je kinderen niet de gelegenheid biedt om in bijtgedrag te belanden. Een voorbeeld van zo’n situatie is bijvoorbeeld als een kindje een ander kindje dat rondkruipt wil knuffelen. Het kruipende kindje biedt weerstand en het kindje dat wilde knuffelen weet niet goed om te gaan met de weerstand van het kruipende kind. In dit voorbeeld kan bijten een reactie zijn van de onmacht van het kind dat wilde knuffelen.